Een percentielscore relateert aan de prestatie ten opzichte van andere behaalde scores. Stel je voor, je loopt een bepaalde tijd in een marathon maar twijfelt aan het resultaat. Later hoor je dat je een percentielscore van 60 hebt behaald. Dit betekent dat 60% van de deelnemers even hard of minder hard liep. Dat is reden genoeg om tevreden te zijn.
Hoe functioneert een percentielscore?
Een percentielscore reflecteert een prestatie ten opzichte van anderen. Je ziet deze scores vaak terug in het onderwijs, bijvoorbeeld in de eindtoetsresultaten in groep 8 op de basisschool. Met enkele gegevens kun je zelf de percentielscore berekenen.
Een voorbeeld:
Een toets van 75 punten wordt door 500 leerlingen gemaakt. 200 leerlingen haalden 35 punten of minder. Wat is de percentielscore?
aantal leerlingen / totaal aantal leerlingen x 100% =
200 / 500 x 100% = 40%
40% van de leerlingen haalde 35 punten of minder op de toets. Een leerling met 35 punten heeft dus een percentielscore van 40.
Ook kun je stellen dat 100% – 40% = 60% van de leerlingen een hogere score behaalde dan 35 punten.
Er wordt soms gesproken over het bovenste en onderste percentiel. Zit iemand in het bovenste percentiel, dan presteert die persoon bovengemiddeld. Dat kan voorkomen als een kind sneller groeit dan de meeste anderen van zijn of haar leeftijd. In het onderste percentiel staan personen die gemiddeld minder goed presteerden.
Vergelijking van percentielscores
Wanneer meerdere percentielscores bekend zijn, is vergelijken interessant. Zo ontstaat inzicht in welke groep relatief beter presteert. Denk aan verschillen tussen jongens en meisjes.